Bijna 50.000 mensen zijn vandaag dak- en thuisloos in België. Achter dit onthutsende cijfer gaan duizenden gebroken levens schuil, gezinnen, mannen, vrouwen en kinderen die in extreme bestaansonzekerheid leven. In 2024 actualiseerden de drie gewesten van het land hun cijfers: de bevindingen zijn alarmerend en de tijd dringt.
Cijfers die doen duizelen
In Brussel zijn er 9.777 dak- en thuisloze mensen, waarvan bijna 1.000 in de openbare ruimte. In het Waalse Gewest zijn dat er 19.387, waaronder 5.204 kinderen. In Vlaanderen gaat het om 20.363 mensen, onder wie 6.300 kinderen en een derde vrouwen. Zichtbare dakloosheid in de openbare ruimte vertegenwoordigt 5%, het topje van een ijsberg die elk jaar blijft groeien.
Deze cijfers belichten een bijzonder zorgwekkende realiteit: bijna 25% van de dakloze mensen zijn kinderen. Een huiveringwekkende vaststelling die veel zegt over de omvang van het fenomeen en de geleidelijke normalisering ervan. De daklozenpopulatie omvat een aantal bekende profielen: voormalige kinderen in tehuizen, mensen die instellingen verlaten, onbehandelde psychische stoornissen, mensen met verslavingsproblemen, enzovoort. Het zijn allemaal met elkaar verweven trajecten die getuigen van een steeds poreuzer wordend systeem van sociale bescherming.
We weten dit al jaren. We weten ook dat ze toenemen.
Een fenomeen dat verder reikt dan de grote steden
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is dakloosheid niet alleen een stedelijk fenomeen. In Wallonië woont 8% van de getroffenen in gemeenten met minder dan 15.000 inwoners en 30% in middelgrote steden (15.000 tot 50.000 inwoners). In totaal wonen 4 dakloze mensen op 10 in gemeenten met minder dan 50.000 inwoners.
Hetzelfde geldt voor Vlaanderen, waar een derde van de dakloze mensen in kleine steden woont. In deze gebieden is het fenomeen nog meer onzichtbaar. Toch zijn er zelfs in kleine steden mensen die buiten slapen. Dakloosheid is overal, zelfs waar we het niet willen zien.
Overheidsbeleid op gespannen voet
Terwijl de cijfers exploderen, zijn de politieke reacties zorgwekkend. De federale Arizona regering plant strenge beperkingen, zoals het verkorten van de duur van werkloosheidsuitkeringen, het moeilijker maken om toegang te krijgen tot het OCMW en het aanscherpen van het immigratiebeleid. Deze keuzes dreigen toch al kwetsbare mensen nog onzekerder te maken en de druk op de ondersteunings- en opvangstructuren te verhogen.
Huisvesting is al even kritiek: de huren stijgen voortdurend en bijna een derde van het gezinsinkomen gaat op aan huur, of zelfs meer in Brussel. Tegelijkertijd worden de stimulansen voor solidariteit verminderd: belastingvrije giften staan op de tocht en steun voor vrijwilligersorganisaties komt in de verdrukking.
Dat netwerk van verenigingen werkt onverminderd door, ondanks de toenemende moeilijkheden om mensen te herhuisvesten en hulpstructuren die steeds meer verzadigd raken. Deze beperkende overheidsmaatregelen dreigen evenwel de al overbelaste hulpverleners nog verder uit te putten.
Op gewestelijk niveau zijn de aankondigingen nauwelijks geruststellender. In Wallonië is het budget voor publieke huisvesting met 50 miljoen euro verlaagd, wat een sector verzwakt die toch al op zijn tandvlees zat. M.b.t. Vlaanderen, veroordeelde de Raad van Europa het gewest onlangs voor het niet naleven van het Europees Sociaal Handvest, niet in het minst door het opvallende gebrek aan betaalbare huisvesting. En in Brussel duurt de politieke crisis voort: meer dan 10 maanden na de verkiezingen is er nog steeds geen regering gevormd, waardoor budgetten worden bevroren en essentiële beslissingen uitblijven.
Overal exploderen de wachtlijsten voor sociale huisvesting. In het hele land wachten bijna 400.000 mensen op een sociale woning, evenveel als de bevolking van Gent en Luik samen.
Is 0 dakloze mensen tegen 2030 nog mogelijk?
De Verklaring van Lissabon, die vier jaar geleden door België werd ondertekend, verbindt de Europese landen ertoe om tegen 2030 een einde te maken aan dakloosheid. Om dit te bereiken zou België gedurende 5 jaar minstens 10.000 mensen per jaar moeten herhuisvesten en voorkomen dat anderen op straat terechtkomen. Een immense uitdaging, maar niet onmogelijk - op voorwaarde dat er een sterke, duidelijke en gecoördineerde politieke wil is.
Een oproep tot actie, nu
De aanbevelingen zijn bekend. Ze bestaan. Het Masterplan van Bruss'help roept onder andere de drie gewesten op om samen te werken. We moeten absolute prioriteit geven aan een beleid gebaseerd op preventie, begeleiding en duurzame herhuisvesting.
Het recht op een woonst is een fundamenteel recht, het recht dat alle andere rechten bepaalt. Een dak boven je hoofd betekent dat je je leven opnieuw kunt opbouwen, kunt uitrusten en plannen kunt maken voor de toekomst. Zonder huisvesting is sociale integratie onmogelijk.
Om een einde te maken aan dakloosheid, moeten we:
- Meer preventief werken: huisuitzettingen bestrijden en kwetsbare huishoudens ondersteunen, sociale rechten behouden en versterken, kwetsbare jongeren ondersteunen, de geestelijke gezondheidszorg versterken, ….
- Zorgen voor voldoende begeleiding: de vrijwilligerssector versterken, die het voortouw neemt bij de hulp aan daklozen; de aanpak van het type “Housing First”, die zijn waarde bewezen heeft, veralgemenen; de nodige instrumenten voorzien om verslaafden te begeleiden …
- Werken aan huisvesting: massaal investeren in sociale en betaalbare huisvesting.
- Een menselijk onthaalbeleid voeren
Laten we niet wennen aan het onaanvaardbare
Elk jaar stijgen de cijfers. Elk jaar weerklinkt de verontwaardiging, maar verandert er niets. Laten we er niet aan wennen. Laten we het niet bagatelliseren.
Dakloosheid is niet onvermijdelijk. Het is het symptoom van een systeem dat moet worden gecorrigeerd met structureel beleid. Samen maken we een eind aan dakloosheid.